Onze geschiedenis
Oprichting Noordelijk Scheepvaartmuseum
10 januari 1930. Dan begint de geschiedenis van het museum. Op die dag is een vereniging opgericht met als doel om een scheepvaartmuseum voor Noord-Nederland te starten. Op de foto’s zie je de drie hoofdpersonen: T.L. Mellema, H.L. Bartelings Jr. en Jonkheer Mr. J. Hora Feith.
Ze hebben snel succes. Al op 31 mei 1932 is de opening van het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Het museum huurt het Goudkantoor aan het Waagplein, achter het gemeentehuis aan de Grote Markt. Vanaf dat moment groeit het museum en is er steeds meer te zien.
Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog gebeurt er een ramp. Tijdens de bevrijding vliegt op 14 en 15 april 1945 de hele noordwand van de Grote Markt in brand. Daar staat ook café De Unie, waar een deel van de collectie is opgeslagen. Alles is toen verbrand. Na de oorlog begint het museum opnieuw. Eerst nog weer in het Goudkantoor en later in een oud schoolgebouw aan de Sint Walburgstraat.
In 1973 verhuist het museum naar twee gebouwen aan de Brugstraat: het Gotische huis en het Canterhuis. Het Gotische Huis is gekocht door de tabakfabriek Koninklijke Theodorus Niemeyer BV en aan de gemeente Groningen gegeven. Het Canterhuis is gekocht door de vereniging Het Noordelijk Scheepvaartmuseum en betaalt met geld uit de erfenis van Jonkheer Rhijnvis Feith.
In 1981 groeit het museum verder. Een gebouw aan het Kleine der A wordt aan het museum toegevoegd. Eerst als opslagplaats en later als bibliotheek, archief en kantoor. Het gebouw krijgt de naam Jonkheer Rhijnvis Feithhuis.
Van Noordelijk Scheepvaartmuseum naar Museum aan de A
In 2020 stopt de Vereniging Noordelijk Scheepvaartmuseum en wordt de Stichting Museum aan de A opgericht. Dat geeft het museum meer mogelijkheden. Het geeft het museum de kans om de geschiedenis van Groningen te vertellen, van de Stad en de provincie. De plek en de gebouwen worden verbouwd en er komt meer ruimte voor presentatie en ontmoeting. Het Museum aan de A wil de verhalen en objecten van Groningen en Groningers bij elkaar brengen. In samenwerking met Groningers en vele instellingen.
Historische panden
Tekst volgt
Gotisch Huis
Het Gotisch Huis wordt, evenals het Canterhuis, gebouwd aan het begin van de 14e eeuw. Het is een gebouw met een hoog voorhuis en zware buitenmuren van grote bakstenen. Hoe het er precies in de 14e eeuw heeft uitgezien weten we niet. We weten wel dat het Gotisch Huis zowel een woonfunctie als een bedrijfsfunctie had met bijbehorende opslagruimten. De woonfunctie verdwijnt omstreeks 1850 en het pand heeft daarna alleen nog een bedrijfsfunctie.
In 2020 hebben we een digitale reconstructie laten maken van het Gotisch Huis. Hier zie je het gebouw en de collectie, tot in ieder detail haarscherp vastgelegd.
Canterhuis
Het Canterhuis ziet er aan het begin van de 14e eeuw heel anders uit dan tegenwoordig. Het is kleiner en bestaat uit een kelder, een hoge begane grond, een lage eerste verdieping en een zadelkap. De eikenhouten staande steunbalken in de kelder (de z.g. standvinken) zijn gedateerd op 1320. Het gebouw functioneerde vanaf het begin als woonhuis en dat blijft zo tot 1939. Vanaf de 17e eeuw heeft het Canterhuis daarnaast ook een bedrijfsfunctie.
In 2020 hebben we een digitale reconstructie laten maken van het Canterhuis. Hier zie je het gebouw en de collectie, tot in ieder detail haarscherp vastgelegd.